De lezing zal worden gegeven door Wim Janssen. Wim is staflid wegtunnels van Bureau Veiligheidsbeambte van Rijkswaterstaat. Hij is als toetser betrokken bij elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties in tunnels. De adviezen van de veiligheidsbeambte reflecteren, afhankelijk van de levenscyclus fase, de aantoonbaar gerealiseerde kwaliteit van een tunnelsysteemontwerp ten tijde van de aanvraag van een bouwvergunning of een objectieve beoordeling (audit) van de gerealiseerde tunnelveiligheid van het tunnelsysteem juist voor openstelling.
Rijkswaterstaat heeft een lange en rijke traditie in het realiseren van grote (kunst)werken zoals tunnels, bruggen en sluizen. Door veranderende omstandigheden (techniek, economie, politiek) is zowel de organisatie als de werkwijze van het oudste ingenieursbolwerk in beweging.
Van ontwerper naar professioneel opdrachtgever, een omschakeling die niet en aan niemand ongemerkt voorbij is gegaan. Naast kennisdrager van beton, zand, dijken en waterbeheersing moet Rijkswaterstaat ook kennis bezitten van technische computersystemen en installatiess. Wat, wie en op welke grond wordt bepaald wie uiteindelijk de klus krijgt, hoe de totstandkomingsprocessen worden gestuurd en hoe moet worden aangetoond dat bij de oplevering en openstelling aan de functioneel gestelde eisen is voldaan. Deed Rijkswaterstaat vroeger het ontwerp zelf en keek zij intensief mee bij de uitvoering, nu stelt ze functionele top-eisen, wordt het innovatievermogen van de markt gebruikt en vindt sturing op afstand plaats. Het toetsen of aan de functionaliteit en risicobeheersing over de hele levenscyclus wordt voldaan, vindt plaats op systeem- en procesniveau.
Hoeveel procent van de aanneemsom bepaalt nu de werkelijke risico’s over de gebruiksduur? Waar zitten die risico’s? Net als vele andere (ICT-)inkopers kent Rijkswaterstaat de gevaren van de “winners curse”: Iets wat te goedkoop lijkt, blijkt ook vaak te goedkoop.
Rijkswaterstaat werkt er hard aan om op het gebied van ICT een vergelijkbare kwaliteit te verkrijgen als in de disciplines grond- weg en waterbouw (GWW) en civiele techniek (CT). Dit gebeurt onder meer door het instellen van een manager (Hoofd Ingenieur Directeur) die overkoepelend beleid vast zal stellen voor de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van met name tunnelsystemen. Aandachtspunten hierbij zijn het SMART specificeren van de klanteis, standaardisatie van het tunnelsysteem, de inhoud en de expliciete, transparante werkwijze van de te volgen de totstandkomingsprocessen (o.a. verificatie en validatie).
Wim zal ook ingaan op actuele ontwikkelingen.