Prof. Carlo Beenakker komt naar Utrecht om een lezing te geven over zijn onderzoek naar majorana-fermionen. Dit onderzoek kan gebruikt worden bij de ontwikkeling van quantumcomputers.
Sinds de ontdekking van elektron-positron annihilatie weten we dat sommige deeltjes een antideeltje hebben en dat die twee elkaar vernietigen als ze elkaar tegenkomen. Ettore Majorana opperde in 1930 dat een deeltje zijn eigen antideeltje zou kunnen zijn, zodat een tweetal ver verwijderd zou moeten blijven om te kunnen overleven. Een voorbeeld van zo'n Majorana deeltje is onlangs in Delft geconstrueerd, gebruik makend van een supergeleidende "zee" van elektronen om het ladingsverschil tussen deeltje en antideeltje te maskeren. (Men spreekt van een "quasideeltje", omdat het geen fundamenteel deeltje betreft.) Een mogelijke toepassing is te vinden op het terrein van quantumrekenen --- een quantumcomputer zou Majorana deeltjes kunnen gebruiken om de informatie veilig op te slaan.